Statutes

From Technologia Incognita
Jump to: navigation, search

The statutes of Technologia Incognita. See also:

Artikel 1 – Naam en zetel

1. Naam en zetel De vereniging draagt de naam: Vereniging "Technologia Incognita". Zij is gevestigd in de gemeente Amsterdam.

Artikel 2 - Doel

De vereniging heeft ten doel: het bieden van ruimte en faciliteiten voor technische en creatieve zelfontplooiing en collaboratie.

Artikel 3 - Lidmaatschap

1. Lid van de vereniging kunnen zijn: natuurlijke personen die het doel en de statuten van de vereniging onderschrijven. Het lidmaatschap is persoonlijk en niet voor overgang vatbaar.

2. Leden zijn zij die zich als lid bij het bestuur hebben aangemeld en door het bestuur als zodanig tot de vereniging zijn toegelaten. Ingeval van niet-toelating door het bestuur kan de algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten.

3. De algemene vergadering kan een lid, op grond van zijn bijzondere verdiensten voor de vereniging, tot erelid benoemen. Een erelid heeft dezelfde rechten en plichten als een gewoon lid. Hij of zij heeft geen contributieplicht.

4. De secretaris van het bestuur houdt een ledenregister bij, waarin de namen en adressen van alle leden zijn opgenomen. Als een lid heeft ingestemd met de oproeping van een algemene vergadering met communicatie langs elektronische weg, wordt het adres dat door het lid voor dit doel is bekend gemaakt, in het ledenregister opgenomen.

5. Een lid kan door het bestuur voor een periode van ten hoogste twee (2) maanden worden geschorst, als een lid in strijd handelt met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt. Gedurende deze periode van schorsing kan het lid zijn lidmaatschapsrechten niet uitoefenen, zijn lidmaatschapsverplichtingen blijven bestaan.

6. Binnen één maand nadat het lid van het besluit tot schorsing in kennis is gesteld, kan dat lid van dat besluit in hoger beroep gaan bij de algemene vergadering en daar verweer voeren. Het bestuur is verplicht hiertoe de algemene vergadering bijeen te roepen binnen vier weken na ontvangst van het beroepschrift. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep blijft het lid geschorst.

Artikel 4 – Einde lidmaatschap

1. Het lidmaatschap eindigt door: a. het overlijden van het lid; b. opzegging door het lid; c. opzegging door de vereniging; d. ontzetting.

2. Opzegging van het lidmaatschap door het lid kan slechts plaatsvinden tegen het einde van een boekjaar, mits schriftelijk en met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste een maand. In ieder geval kan het lidmaatschap worden beëindigd door opzegging tegen het eind van het boekjaar, volgend op dat waarin wordt opgezegd, of onmiddellijk, als redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren. De contributie voor het lopende jaar blijft het lid verschuldigd. Te late opzegging heeft tot gevolg dat het lidmaatschap - met inbegrip van de daaraan verbonden verplichtingen - eerst eindigt aan het eind van het volgend boekjaar, tenzij het bestuur wegens bijzondere omstandigheden anders besluit. Een lid kan zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen een maand nadat een besluit waarbij zijn rechten zijn beperkt of zijn verplichtingen zijn verzwaard, hem is bekend geworden of medegedeeld; het besluit is dan niet op hem van toepassing. Een lid kan zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen een maand nadat hem een besluit tot omzetting van de vereniging in een andere rechtsvorm, tot fusie of tot splitsing is meegedeeld. In dat geval blijft hij de oorspronkelijk voor dat jaar vastgestelde contributie verschuldigd.

3. Opzegging namens de vereniging geschiedt door het bestuur, door middel van een schriftelijk bericht aan het lid, met vermelding van de reden(en) van opzegging. Opzegging is mogelijk: - als een lid niet meer voldoet aan de statutaire vereisten voor het lidmaatschap, - als een lid - ondanks zorgvuldige aanmaning - zijn verplichtingen jegens de vereniging niet nakomt, of - wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren. Bij het opzeggingsbesluit wordt ook de datum van beëindiging van het lidmaatschap vastgesteld. De contributie voor het lopende jaar blijft verschuldigd.

4. Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door het bestuur, door middel van een schriftelijk bericht aan het lid, met vermelding van de reden(en) van de ontzetting. Ontzetting is alleen mogelijk als een lid in strijd handelt of heeft gehandeld met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt of heeft benadeeld. De ontzetting gaat onmiddellijk in. De contributie voor het lopende jaar blijft verschuldigd.

5. Binnen één maand nadat het lid van het besluit tot opzegging of ontzetting in kennis is gesteld, kan dat lid van dat besluit in beroep gaan bij de algemene vergadering en daar verweer voeren. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.

6. Aan de eis van schriftelijkheid van een opzegging of een bericht van ontzetting wordt niet voldaan indien de opzegging of het bericht van ontzetting uitsluitend elektronisch is gecommuniceerd.

Artikel 5 – Aspirant-leden

1. De algemene vergadering kan besluiten tot het instellen van het aspirant-lidmaatschap. Aspirant-leden zijn niet ‘gewone’ leden, zonder stemrecht, maar aangeslotenen die kunnen deelnemen aan de activiteiten van de vereniging. Er kunnen verschillende categorieën aspirant-leden zijn. Aspirant-leden hebben alleen toegang tot de algemene vergadering als die vergadering dat besluit. Zij hebben daar geen stemrecht. 2. De in deze statuten voor leden getroffen regelingen over toelating, opzegging en ontzetting met de gevolgen daarvan, zijn zoveel mogelijk ook van toepassing op de aspirant-leden.

3. De aan het aspirant-lidmaatschap verbonden financiële bijdrage per boekjaar, wordt door de algemene vergadering vastgesteld. De bijdrage kan per categorie verschillen, afhankelijk van de activiteiten die voor het aspirant-lid open staan.

4. De secretaris houdt een register bij waarin de namen, leeftijden en adressen van de aspirant-leden zijn vermeld.

Artikel 6 - Donateurs

1. Donateurs zijn zij, die door het bestuur als zodanig zijn toegelaten. Donateurs zijn gebonden aan de statuten, reglementen en besluiten van de vereniging. Zij hebben alleen toegang tot de algemene vergadering als die vergadering dat besluit. Zij hebben daar geen stemrecht.

2. De in deze statuten voor leden getroffen regelingen over toelating en opzegging met de gevolgen daarvan, zijn zoveel mogelijk ook van toepassing op donateurs.

3. De algemene vergadering stelt het minimumbedrag vast dat, hetzij per boekjaar, hetzij ineens, door een donateur aan de vereniging is verschuldigd. Daarbij kan aan de donateurs gevraagd worden om een opdracht tot automatische betaling van de periodieke bijdrage te verstrekken.

4. De secretaris houdt een register bij waarin de namen en adressen van de donateurs zijn vermeld.

Artikel 7 - Contributie van de leden

1. De leden betalen een jaarlijkse contributie, waarvan de hoogte wordt vastgesteld door de algemene vergadering. De leden kunnen daarbij in categorieën worden ingedeeld die een verschillende contributie betalen.

2. Het bestuur is bevoegd om, wegens bijzondere omstandigheden, een lid geheel of ten dele ontheffing te verlenen van het betalen van contributie in enig jaar.

3. De algemene vergadering kan besluiten dat de jaarlijkse contributie in gedeelten kan worden betaald en kan daaraan voorwaarden verbinden.

Artikel 8 - Bestuur: samenstelling en benoeming

1. De vereniging wordt bestuurd door een bestuur dat bestaat uit ten minste drie en ten hoogste zeven personen. De algemene vergadering stelt het aantal bestuursleden vast. Het bestuur kent een voorzitter, secretaris en penningmeester. Het bestuur voorziet zelf in de verdeling van de functies, tenzij de algemene vergadering zich het recht voorbehoudt de voorzitter te benoemen. De functies van secretaris en penningmeester kunnen in één persoon worden verenigd. Voor elk van hen kan het bestuur uit zijn midden een plaatsvervanger aanwijzen, die in geval van ontstentenis of belet de functie vervult van degene voor wie hij als plaatsvervanger is aangewezen. Een niet-voltallig bestuur behoudt zijn bevoegdheden. Het bestuur draagt er zorg voor dat de algemene vergadering zo spoedig mogelijk in de vacatures kan voorzien. Als het aantal bestuursleden beneden het voorgeschreven minimum is gedaald oefenen de overgebleven leden - in afwachting van de vervulling van de vacatures - de taken van het bestuur uit. Het bestuur draagt er zorg voor dat de algemene vergadering zo spoedig mogelijk in de vacatures kan voorzien.

2. De algemene vergadering benoemt de bestuursleden.

3. De benoeming van bestuursleden geschiedt uit een voordracht. Het bestuur is bevoegd een voordracht op te maken. De voordracht van het bestuur wordt bij de oproeping voor de algemene vergadering meegedeeld. De voordracht is niet bindend.

4. Bestuursleden worden benoemd voor onbepaalde tijd.

Artikel 9 – Einde bestuurslidmaatschap; schorsing

1. Een bestuurslidmaatschap eindigt: - door aftreden op grond van het rooster van aftreden, als een rooster is vastgesteld; - door het vrijwillig aftreden van een bestuurslid; - door overlijden van een bestuurslid; - door ondercuratelestelling van een bestuurslid of onder bewindstelling van zijn gehele vermogen; - wanneer het bestuurslid niet langer lid is van de vereniging; - door ontslag van het bestuurslid op grond van een besluit van de algemene vergadering bij besluit genomen met een meerderheid van ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin ten minste de helft van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is; - wanneer het bestuurslid in staat van faillissement wordt verklaard, een regeling in het kader van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen op hem van toepassing wordt verklaard of hij surséance van betaling verkrijgt; een en ander met in achtneming van het hierna bepaalde. Een bestuurslid kan te allen tijde door de algemene vergadering worden geschorst bij besluit genomen met een meerderheid van ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste de helft van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is. De schorsing beloopt ten hoogste drie maanden en kan door de algemene vergadering eenmaal met die termijn worden verlengd. Volgt gedurende de schorsing geen ontslag, dan is de schorsing na het verloop van de termijn geëindigd. Het bestuurslid wordt in de gelegenheid gesteld zich in de betreffende algemene vergadering te verantwoorden en kan zich daarin door een raadsman doen bijstaan.

Artikel 10 – Bestuur: bijeenroeping, vergaderingen, besluitvorming

1. Iedere bestuurder is bevoegd een vergadering van het bestuur bijeen te roepen.

2. a. De bijeenroeping van de vergaderingen van het bestuur geschiedt schriftelijk, met inachtneming van een termijn van ten minste zeven dagen, de dag van bijeenroeping en die van de vergadering niet meegerekend, onder opgave van de dag, het aanvangstijdstip en de plaats van de vergadering en van de te behandelen onderwerpen (agenda). b. De bestuurder die voor dit doel een adres aan de vereniging bekend heeft gemaakt kan tot de vergaderingen van het bestuur worden opgeroepen door een langs elektronische weg aan dat adres toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht.

3. De vergaderingen van het bestuur worden gehouden op de plaats te bepalen door degeen die de vergadering bijeenroept.

4. Indien werd gehandeld in strijd met enige bepaling van de twee vorige leden kan het bestuur niettemin rechtsgeldige besluiten nemen, mits alle bestuurders ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd zijn.

5. Een bestuurder kan aan een andere bestuurder schriftelijk volmacht verlenen om zich ter vergadering te doen vertegenwoordigen. Een elektronisch vastgelegde volmacht geldt als een schriftelijke volmacht. Een bestuurder kan slechts één medebestuurder ter vergadering vertegenwoordigen.

6. In de vergaderingen van het bestuur heeft iedere bestuurder één stem. Voorzover in deze statuten geen grotere meerderheid is voorgeschreven, worden de besluiten door het bestuur genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

Artikel 11 - Leiding van de vergaderingen, notulen, besluitvorming buiten vergadering

1. De voorzitter leidt de vergaderingen van het bestuur; bij zijn afwezigheid voorziet de vergadering zelf in haar leiding.

2. De voorzitter van de vergadering bepaalt de wijze waarop de stemmingen in de vergaderingen worden gehouden.

3. Het door de voorzitter in de vergadering uitgesproken oordeel over de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. 4. Van het verhandelde in de vergaderingen van het bestuur worden notulen gehouden door de daartoe door de voorzitter van de vergadering aangewezen persoon. De notulen worden - nadat zij zijn vastgesteld - door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

5. Het bestuur kan ook op andere wijze dan in een vergadering besluiten nemen, mits alle bestuurders zich schriftelijk vóór het voorstel hebben verklaard. Onder een schriftelijke verklaring wordt mede begrepen een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht, aan het adres dat het bestuur voor dit doel heeft vastgesteld en aan alle bestuurders bekend heeft gemaakt.

Artikel 12 – Bestuur: taken en bevoegdheden

1. Het bestuur is belast met het besturen van de vereniging. Elke bestuurder is tegenover de vereniging gehouden tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging en van alles betreffende de werkzaamheden van de vereniging, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de vereniging kunnen worden gekend. Het bestuur is verplicht de bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren.

2. Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, noch tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk schuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor de schuld van een derde verbindt. Deze beperking van de bevoegdheid van het bestuur kan aan derden worden tegengeworpen. Het bestuur is niet bevoegd tot het aanvaarden van nalatenschappen, tenzij dit geschiedt onder het voorrecht van boedelbeschrijving.

3. Het bestuur heeft de goedkeuring van de algemene vergadering nodig voor besluiten tot: a. het huren, verhuren en op andere wijze in gebruik of genot verkrijgen of geven van registergoederen; b. het aangaan van geldleningen of kredietovereenkomsten; c. het ter leen verstrekken van gelden; d. het aangaan van een vaststellingsovereenkomst ter beëindiging van een geschil; e. het optreden in rechte, met inbegrip van arbitrale procedures, waaronder niet begrepen het nemen van conservatoire maatregelen en andere rechtsmaatregelen die geen uitstel kunnen lijden; f. het doen van investeringen en aangaan van andere rechtshandelingen die uitgaan boven het bedrag dat de algemene vergadering per jaar kan vaststellen. g. het aangaan, wijzigen of beëindigen van arbeidsovereenkomsten. Op het ontbreken van deze goedkeuring kan tegen en door derden geen beroep worden gedaan.

Artikel 13 – Vertegenwoordiging

1. Het bestuur vertegenwoordigt de vereniging.

2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt bovendien toe aan twee gezamenlijk handelende bestuurders, van wie ten minste één moet zijn de voorzitter, de secretaris of de penningmeester, dan wel de bestuurder die, zoals blijkt uit de inschrijving in het handelsregister, als waarnemer een van deze functies vervult.

3. De in beide vorige leden van dit artikel opgenomen bevoegdheid van het bestuur en bestuurders tot vertegenwoordiging van de vereniging bestaat ook indien tussen de vereniging en één of meer bestuurders een tegenstrijdig belang bestaat.

4. Het bestuur kan besluiten tot het verlenen van incidentele dan wel doorlopende volmacht aan één of meer bestuurders en/of aan anderen, zowel gezamenlijk als afzonderlijk, om de vereniging binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.

5. In alle gevallen waarin de vereniging een tegenstrijdig belang heeft met één of meer bestuurders kan de algemene vergadering één of meer personen aanwijzen om de vereniging te vertegenwoordigen.

Artikel 14 – Verslaggeving en Verantwoording

1. Het boekjaar van de vereniging is gelijk aan het kalenderjaar.

2. Het bestuur draagt zorg voor de bijhouding en verantwoording van de financiën van de vereniging, zodanig dat de rechten en plichten van de vereniging steeds kunnen worden gekend. Het bestuur zorgt voor een overzicht en – indien de vereniging een onderneming voert – wordt de staat van baten en lasten aangevuld met het bedrag van de netto-omzet van deze onderneming, samen te noemen: ‘de jaarstukken’.

3. Het bestuur legt de jaarstukken ter goedkeuring voor aan de algemene vergadering. Wordt over de getrouwheid van deze stukken geen verklaring van een accountant als bedoeld in artikel 2:393 lid 1 Burgerlijk Wetboek overgelegd, dan worden daaraan voorafgaand de jaarstukken gecontroleerd door een door de algemene vergadering te benoemen controlecommissie van ten minste twee leden die geen deel mogen uitmaken van het bestuur. Een lid kan ten hoogste twee achtereenvolgende jaren zitting hebben in de controlecommissie. Het bestuur is verplicht om de controlecommissie inzage te geven in de gehele boekhouding en de daarop betrekking hebbende bescheiden en om alle door haar gewenste inlichtingen te verstrekken. Als de commissie dat voor een juiste vervulling van haar taak noodzakelijk acht kan zij zich laten bijstaan door een extern deskundige. De commissie brengt van haar onderzoek verslag uit aan de algemene vergadering, vergezeld van een advies tot al of niet goedkeuring van de jaarstukken. Nadat de jaarstukken zijn goedgekeurd door de algemene vergadering wordt het voorstel gedaan om kwijting te verlenen aan het bestuur voor de door haar daarmee afgelegde rekening en verantwoording.

4. In een vergadering te houden vóór de afloop van het boekjaar stelt het bestuur een begroting van de baten en lasten van het volgende boekjaar vast. De begroting wordt opgemaakt door de penningmeester en aan alle bestuurders toegezonden uiterlijk in de voorlaatste maand van het boekjaar voorafgaand aan het boekjaar waarop de begroting betrekking heeft.

5. Het bestuur stelt een beleidsplan vast en actualiseert dit beleidsplan periodiek. Het beleidsplan geeft inzicht in de door de vereniging te verrichten werkzaamheden, de wijze van werving van gelden, het beheer van het vermogen van de vereniging en de besteding daarvan.

Artikel 15 – De algemene vergadering; bevoegdheid; jaarvergadering

1. Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan het bestuur zijn opgedragen.

2. Jaarlijks, uiterlijk zes maanden na afloop van het boekjaar, wordt een algemene vergadering - de jaarvergadering - gehouden. In de jaarvergadering komen onder meer aan de orde: a. het verslag van het bestuur over het afgelopen boekjaar; b. het voorstel tot het al of niet goedkeuren van de jaarstukken over het afgelopen boekjaar; c. het voorstel tot verlenen van kwijting aan het bestuur; d. de benoeming van de leden van de controlecommissie voor het nieuwe boekjaar; e. de benoeming van bestuursleden als er in het bestuur vacatures bestaan; en f. voorstellen van het bestuur of de leden, zoals aangekondigd bij de oproeping voor de vergadering. Uiterlijk een maand voor het verstrijken van het boekjaar, legt het bestuur aan de algemene vergadering de begroting voor het komende boekjaar ter goedkeuring voor.

Artikel 16 – Oproeping tot de vergadering

1. De algemene vergadering wordt bijeengeroepen door het bestuur. Een aantal leden, samen bevoegd tot het uitbrengen van ten minste een tiende deel van de stemmen, kan het bestuur schriftelijk verzoeken een algemene vergadering bijeen te roepen binnen vier weken na dat verzoek. Als het bestuur niet binnen veertien dagen na ontvangst van dat verzoek de uitnodiging tot de vergadering heeft doen uitgaan, kunnen de verzoekers zelf de vergadering bijeenroepen. Aan de eis van schriftelijkheid van het verzoek bedoeld in de vorige alinea wordt ook voldaan indien het verzoek elektronisch is vastgelegd.

2. De oproeping tot de algemene vergadering vindt plaats door middel van: - een publicatie in het verenigingsorgaan; of - een schriftelijke bericht aan de adressen van de leden volgens het ledenregister. De bijeenroeping kan, als een lid hiermee instemt, ook geschieden door een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat door het lid voor dit doel is bekend gemaakt.

3. De termijn van oproeping bedraagt ten minste veertien (14) dagen, de dag van de oproeping en de dag van de vergadering niet meegerekend.

4. Naast de plaats, datum en tijd van de vergadering, moet de oproeping een agenda bevatten waaruit blijkt welke onderwerpen aan de orde worden gesteld.

Artikel 17 – Toegang en stemrecht

1. Toegang tot de algemene vergadering hebben alle niet-geschorste leden van het bestuur en van de vereniging, en de wettelijk vertegenwoordigers van de minderjarige leden van de vereniging. De vergadering kan besluiten ook andere personen tot (een deel van) de vergadering toe te laten. Geschorste leden hebben toegang tot dat deel van de vergadering waar het beroep als bedoeld in artikel 3 lid 6 en artikel 4 lid 5 aan de orde is.

2. Ieder gewoon lid en ieder erelid van de vereniging heeft één stem. Een geschorst lid heeft geen stemrecht. Het stemrecht van een minderjarig lid kan slechts worden uitgeoefend door diens wettelijk vertegenwoordiger.

3. Een stemgerechtigd lid kan een ander stemgerechtigd lid volmacht geven namens hem te stemmen. Deze volmacht moet schriftelijk worden gegeven en vóór de stemming aan het bestuur worden overgelegd. Aan de eis van schriftelijkheid van de volmacht wordt voldaan indien de volmacht elektronisch is vastgelegd. Eén lid kan niet meer dan één ander lid vertegenwoordigen.

Artikel 18 – Besluitvorming door de algemene vergadering

1. Voor zover in deze statuten niet anders is bepaald wordt een besluit genomen met volstrekte meerderheid van stemmen van de in de vergadering aanwezige en vertegenwoordigde leden, ongeacht hun aantal. Blanco en ongeldige stemmen tellen niet mee voor de besluitvorming maar tellen wel mee voor het bepalen van een in deze statuten voorgeschreven quorum.

2. Het in de vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter over de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, als de meerderheid van de vergadering of, als de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.

3. Mocht bij stemming over de verkiezing van personen bij eerste stemming geen meerderheid worden verkregen, dan zal een nieuwe stemming plaats hebben. Als ook dan geen meerderheid verkregen wordt, zal bij een tussenstemming worden beslist tussen welke personen zal worden herstemd. Staken de stemmen bij verkiezing van personen, dan beslist het lot.

4. Als de stemmen staken over een voorstel dat niet gaat over de verkiezing van personen, is het voorstel verworpen.

5. Alle stemmingen vinden mondeling plaats, tenzij de voorzitter of ten minste drie leden vóór de stemming laat of laten weten een schriftelijke stemming te verlangen. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten stembriefjes. Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk tenzij een lid hoofdelijke stemming verlangt. Een stemgerechtigd lid kan zijn stemrecht ook uitoefenen door middel van een elektronisch communicatiemiddel, mits de stemgerechtigde via het elektronisch communicatiemiddel kan worden geïdentificeerd, rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen ter vergadering en het stemrecht kan uitoefenen. Bovendien is vereist dat de stemgerechtigde via het elektronisch communicatiemiddel kan deelnemen aan de beraadslaging. Het bestuur kan voorwaarden stellen aan het gebruik van het elektronisch communicatiemiddel. Deze voorwaarden worden bij de oproeping bekend gemaakt.

6. Een eenstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering.

7. Als in een vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen - mits met algemene stemmen - geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, ook al is het onderwerp niet of niet op de voorgeschreven wijze bij de oproeping aangekondigd of heeft de oproep niet op rechtsgeldige wijze plaatsgevonden.

Artikel 19 – Leiding van de vergadering; notulen

1. De vergaderingen van de leden worden geleid door de voorzitter van de vereniging of zijn plaatsvervanger. Ontbreken de voorzitter en zijn plaatsvervanger, dan wijst het bestuur een ander bestuurslid aan als voorzitter van de vergadering. Wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering zelf in haar leiding.

2. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris of een ander door de voorzitter van de vergadering daartoe aangewezen persoon notulen gemaakt, die door de voorzitter en de notulist door ondertekening worden vastgesteld.

Artikel 20 – Statutenwijziging

1. De statuten van de vereniging kunnen worden gewijzigd door een besluit van de algemene vergadering. Wanneer aan de algemene vergadering een voorstel tot wijziging van de statuten zal worden gedaan, moet dat steeds bij de oproeping tot de algemene vergadering worden vermeld.

2. Degenen die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste vijf dagen vóór de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen. Dit afschrift moet ter inzage liggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden.

3. Een besluit tot statutenwijziging moet worden genomen met een meerderheid van ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen. In die vergadering moet ten minste de helft van de leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Is het vereiste aantal leden niet aanwezig of vertegenwoordigd, dan kan een nieuwe algemene vergadering worden bijeengeroepen waarin het besluit kan worden genomen met een meerderheid van ten minste de helft van de uitgebrachte stemmen, onafhankelijk van het aantal op deze vergadering aanwezige of vertegenwoordigde leden. Bij de oproeping voor de nieuwe vergadering moet worden vermeld dat en waarom een besluit kan worden genomen, onafhankelijk van het aantal op de vergadering aanwezige of vertegenwoordigde leden. De hiervoor bedoelde tweede vergadering wordt niet eerder dan twee weken en niet later dan vier weken na de eerste vergadering gehouden.

4. Een statutenwijziging wordt van kracht onmiddellijk nadat deze in een notariële akte is vastgelegd. Iedere bestuurder is bevoegd om een statutenwijziging bij notariële akte vast te leggen. Een authentiek afschrift van de akte van wijziging en een doorlopende tekst van de gewijzigde statuten moeten worden neergelegd bij het handelsregister.

Artikel 21 - Fusie; splitsing; omzetting

Op een besluit van de algemene vergadering tot fusie of splitsing in de zin van Titel 7 van Boek 2 Burgerlijk Wetboek en op een besluit van de algemene vergadering tot omzetting van de vereniging in een andere rechtsvorm overeenkomstig artikel 2:18 Burgerlijk Wetboek, is het bepaalde in het vorige artikel zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing, onverminderd de eisen van de wet.

Artikel 22 - Ontbinding

1. De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de algemene vergadering. Het in deze statuten bepaalde over een besluit tot statutenwijziging is van overeenkomstige toepassing op een besluit tot ontbinding. Bij het besluit tot ontbinding wordt de bestemming van een eventueel batig liquidatiesaldo vastgesteld. Als de vereniging op het tijdstip van haar ontbinding geen baten meer heeft, houdt zij op te bestaan. In dat geval doet het bestuur daarvan opgave aan het Handelsregister. De boeken en bescheiden van de ontbonden vereniging blijven gedurende de wettelijke termijn onder bewaring van de door het bestuur bij het besluit tot ontbinding aangewezen persoon. Binnen acht dagen na het ingaan van zijn bewaarplicht moet de aangewezen bewaarder zijn naam en adres opgeven aan het Handelsregister.

2. De vereniging wordt bovendien ontbonden: - door insolventie nadat de vereniging in staat van faillissement is verklaard of door opheffing van het faillissement wegens de toestand van de boedel; - door een daartoe strekkende rechterlijke uitspraak in de bij de wet genoemde gevallen.

Artikel 23 - Vereffening

1. Het bestuur is belast met de vereffening van het vermogen van de vereniging, voor zover bij het ontbindingsbesluit geen andere vereffenaar(s) is (zijn) aangewezen.

2. Na het besluit tot ontbinding bevindt de vereniging zich in liquidatie. De vereniging blijft na haar ontbinding voortbestaan indien en voor zover dit voor de vereffening van haar zaken nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten voor zoveel mogelijk en nodig van kracht. In stukken en aankondigingen die van de vereniging uitgaan, moeten aan de naam van de vereniging worden toegevoegd de woorden ‘in liquidatie’.

3. Een batig saldo na vereffening krijgt een bestemming die zoveel mogelijk in overeenstemming is met het doel van de vereniging. Deze bestemming wordt vastgesteld bij het ontbindingsbesluit, of bij gebreke daarvan, door de vereffenaar(s). De vereffening eindigt op het tijdstip waarop geen aan de vereffenaars bekende baten meer aanwezig zijn. De vereniging houdt in geval van vereffening op te bestaan op het tijdstip waarop de vereffening eindigt. De vereffenaars doen daarvan opgave aan het Handelsregister.

Artikel 24 – Reglementen

1. De algemene vergadering kan een of meer reglementen vaststellen.

2. Een reglement kan nadere regels geven over onder meer het lidmaatschap, de introductie van nieuwe leden, de contributie, de werkzaamheden van het bestuur, werkgroepen of commissies, de vergaderingen. Een reglement mag niet in strijd zijn met de wet of met de statuten en mag geen bepalingen bevatten die bij statuten behoren te worden geregeld.